Voorzetsels oefenen met een werkblad

Voorzetsels maken deel uit van van de woordsoorten die de kinderen op de basisschool moeten leren. Met dit werkblad oefenen zij de voorzetsels die een plek aangeven, zoals naast of achter.

Voorzetsels

Voorzetsels staan vaak voor een zelfstandig naamwoord om de waar of wanneer aan te geven. Als handig ezelsbruggetje worden vaak ‘de kast’ en ‘het feest’ gebruikt. Bijvoorbeeld: Het bord staat in de kast. Of: Ik zag hem tijdens het feest.

Een lijst met alle voorzetsels en meer uitleg vind je op Junior Einstein. Hier vind je ook een mooie poster die je kan uitprinten voor je klas.

Werkblad

Met dit werkblad oefenen de kinderen de woorden die een waar aangeven. Kijk naar de kleurplaat zoek het juiste voorzetsel bij de zinnen.

Download hier het werkblad en de antwoorden.

_{School vector created by freepik – www.freepik.com}