7x korte spellen om de tafels te oefenen

Om vlot en goed te kunnen rekenen is het belangrijk dat kinderen goed de tafels kunnen. Het steeds opnieuw maken van de optelsom kost veel tijd en gaat snel fout. Dus… Tafels oefenen! En hoe doe je dat? Herhalen, herhalen, herhalen. Saai? Nee hoor, niet met deze 7 korte spellen!

King or queen

Dit spel heb ik ook uitgebreid beschreven voor het oefenen van spelling, dus zal ik de beschrijving hier kort houden. Alle kinderen staan naast hun stoel. De leerkracht noemt twee namen en een tafelsom. Het kind dat als eerste het antwoord geeft mag blijven staan. Het andere kind gaat weer op zijn plek zitten. Zo vallen er langzaam kinderen af en blijven er twee over. Deze twee spelen de finale, bestaande uit drie tafelsommen.

Tafelbingo

Alle kinderen maken een tabel van 4 bij 3 vakjes en schrijven 12 getallen op die de uitkomst zijn van een keersom (als kinderen dit lastig vinden, laat dan kort een tafelkaart zien waarvan de kinderen de cijfers kunnen overnemen). Nadat iedereen dit heeft gedaan, kan de bingo beginnen. De leerkracht noemt tafelsommen op. Als de kinderen het antwoord van de tafelsom hebben opgeschreven mogen ze getal doorstrepen op hun kaart. Het kind met de eerste volle kaart heeft bingo.
De bingo kan je op verschillende manieren spelen. Je kan ervoor kiezen om alle tafels mee te laten doen, maar ook enkele tafels selecteren.

Spring!

Pak meerdere springtouwen, lang of kort. Hang aan ieder springtouw een label met een getal. Tijdens het springen met de touwen noemen de kinderen de tafel op die bij het label hoort. Heeft een kind bijvoorbeeld het touw met een 3 eraan, dan wordt het: ‘3, 6, 9, 12, etc.’

Kaarten

Voor dit spel heb je een kaartspel nodig met alleen de getalkaarten. De kaarten worden door elkaar geschud en verdeeld over twee speler. Iedere beurt leggen de twee kinderen een kaart op tafel. Op de tafel liggen nu twee kaarten met een getal. Het kind dat als eerste het antwoord weet van de keersom van deze getallen, krijgt de kaarten. Het spel stopt als de kaarten van een van de spelers op zijn.

Happertjes

Happertjes zijn tijdloos en iedere keer dat ik ze laat zien in een klas, weer ongekend populair. Het vouwen van een happertje is eenvoudig en kan makkelijk door de kinderen zelf gedaan worden. Even vergeten hoe het vouwen moet? Klik dan hier. Zet na het vouwen van een happertje op ieder hoekje aan de bovenkant een tafelsom en aan de onderkant het antwoord. Daarna kunnen de kinderen alleen of samen de tafels oefenen.

Tafelvierkantjes

Voor dit spel heb je twee dobbelstenen, twee kleurtjes en een werkblad nodig. Het werkblad is o.a. hier te downloaden.
De kinderen spelen in tweetallen. Een van de kinderen gooit de dobbelstenen. Het gegooide aantal ogen van de ene dobbelsteen wordt vermenigvuldigd met het aantal ogen van de andere dobbelsteen. Het kind zoekt nu de uitkomst op in het speelveld en trekt langs een van de zijden een lijn in zijn of haar kleur. Nu is de ander aan de beurt. Ook dit kind gooit de dobbelstenen, zoekt de uitkomst op, trekt een lijn en wisselt weer van beurt.
Als het een kind lukt om langs de vierde zijde van een vakje een lijn te trekken, is dit vakje van hem (net als kamertje verhuren). Het spel eindigt als alle vakjes ingekleurd zijn. De speler met de meeste vakjes in zijn of haar kleur is de winnaar van het spel.

Hinkelen

Teken een hinkelbaan op het schoolplein. Vul ieder vak niet met een getal, maar met een tafelsom. Als de kinderen tijdens het hinkelen hun voet in een vak zetten, noemen ze antwoord van de som. Nog leuker: maak een hele lange hinkelbaan over het hele schoolplein!

Tip van juf Daniëlle:

“Voor de zwakke rekenaars zou je de tafels ook nog kunnen laten uitbeelden met materialen/speelgoed uit de klas, zodat ze een beter beeld krijgen van wat de tafels nou precies inhouden… en daarbij kunnen ze ook erg actief bezig zijn.”

Uitgespeeld?

Probeer dan ook eens Canadees Vermenigvuldigen of Wie is de Snelste!