De denker en de doener, wie kent ze niet? Het idee achter leerstijlen klinkt aannemelijk, maar wat is er waar en wat zijn fabels.
Leerstijlen
In het onderwijs heerst het idee dat iedere leerling zijn eigen leerstijl heeft en dat leerlingen het beste leren wanneer de leerstof wordt aangeboden op een manier die aansluit bij de leerstijl. Er zijn veel verschillende theorieën over leerstijlen, maar de meeste maken onderscheid in vier leerstijlen: visueel (leren van plaatjes en demonstraties), auditief (leren door te luisteren naar een uitleg), lezen/schrijven (leren door te lezen en te schrijven) en leren door te doen.
Het idee dat ieder zijn eigen leerstijl heeft lijkt logisch omdat iedereen verschillend is. De ene leerling heeft meer ruimtelijk inzicht en een ander is heel handig. Daarom lijkt het ook logisch dat iedere leerling het beste leert op een manier die bij hem past, maar is dat ook zo?
Het effect van leerstijlen op leerrendement
Verschillende onderzoeken hebben het nut van leerstijlen onderzocht. Dit deden zij door eerst de leerstijl van de leerlingen te identificeren. Vervolgens zijn de verschillende leerlingen verdeeld over twee lessen die inhoudelijk hetzelfde waren, maar anders gepresenteerd werden. De een was een op tekst gebaseerde les, de andere les bestond voornamelijk uit plaatjes. Na de les kregen alle leerlingen een toets. Als het klopt dat iedere leerling zijn eigen leerstijl heeft en het beste leert wanneer de presentatie aansluit bij zijn of haar leerstijl, zou je verwachten dat visuele leerlingen het beste scoren na de visuele les en leerlingen ingesteld op lezen en schrijven het beste scoren na de op tekst gebaseerde les. Echter bleek uit het onderzoek dat de leerlingen bij wie de de les aansloot bij hun leerstijl niet hoger scoorden dan wanneer de les niet aansloot bij hun leerstijl (Massa & Mayer, 2006). Ook verder is er nog geen wetenschappelijke onderbouwing dat leervoorkeuren meerwaarde hebben voor het leren (Kennisrotonde, 2019).
Het aanbieden van leerstof
Toch kan men de theorie achter leerstijlen niet gelijk afschrijven. Het heeft namelijk wel nut om na te denken over hoe je de leerstof aanbiedt. Zo zal een muziekles altijd een auditief component hebben en zullen vrijwel alle leerlingen geografie beter leren en begrijpen door te kijken naar een kaart. Sterker nog, veel onderzoeken laten zien dat leerlingen beter leren wanneer de leerstof op verschillende manieren wordt aangeboden (bijv. Kuo, Yu, & Hsiao, 2015), dit noemt men het multimedia effect. Bij multimodal learning wordt bijvoorbeeld een tekst ondersteund met een afbeelding. Nog belangrijker is wat er gebeurt in het hoofd van de leerling. Leerlingen leren het beste wanneer ze de leerstof actief verwerken, bijvoorbeeld door problemen op te lossen of de stof samen te vatten.
Meer weten over leerstijlen of andere onderwijs gerelateerde vragen? Kijk eens op de Kennisrotonde.
Bronnen
- Kennisrotonde (2019). Heeft de inzet van theorie over leervoorkeuren invloed op de leerresultaten van mbo studenten? (KR. 540). Den Haag: Kennisrotonde
- Kuo, F. O., Yu, P. T., & Hsiao, W. H. (2015). Develop and evaluate the effects of multimodal presentation system on elementary student learning effectiveness: within classroom English learning activity. Procedia-Social and Behavioral Sciences, 176, 227-235.
- Massa, L. J., & Mayer, R. E. (2006). Testing the ATI hypothesis: Should multimedia instruction accommodate verbalizer-visualizer cognitive style?. Learning and Individual Differences, 16(4), 321-335.